Blogopmaak

Kopieergedrag

Maudy Kruiswijk • 8 november 2019

Kopiëren 

Mensen zijn nou eenmaal kuddedieren. Dat weten we allemaal. 
En dan is het soms lastig als het gaat over dingen doen op een manier zoals dat bij jou past.
Vooral als we niet heel erg zeker zijn van onszelf dan hebben we nogal eens de neiging om anderen te kopiëren. In hun gedrag, de manier waarop ze praten, de dingen die ze zeggen, hun normen en waarden en ook de manier waarop zij informatie verwerken.
En eigenlijk is dat dom want het levert ons niet zo heel veel op.

Kinderen ontwikkelen zich door voornamelijk te kopiëren. 
Dat begint met taal. Wij als volwassenen pakken een bal, laten die aan het kind zien en zeggen dan heel duidelijk "kijk eens, Bál"
En als we dat een keer of tien gedaan hebben dan zegt het kind vaak "bal" als we de bal omhoog houden.
Op dat moment heeft dat voor het kind nog niet zoveel te maken met het besef hoe zo'n ding heet. Bij dat ronde ding hoort het iedere keer Bál en dus zegt het bal. Het kopieert wat het hoort van de volwassene.
En verder zijn er natuurlijk verschillende anekdotes te vertellen over wat je kinderen zoal hoort en ziet nadoen van thuis of van ons nannies. Het is geweldig om kinderen te observeren in hun rollenspel want dan weet je precies hoe het er thuis aan toe gaat.
Maar uiteindelijk werkt kopiëren niet.

Ook daarvan weer een goed voorbeeld uit mijn kinderopvang tijd.
Ik sta met een leidster in de groep en we zijn in gesprek. Het is nog heel vroeg en er zijn nog maar weinig kinderen aanwezig. De meeste kinderen spelen in de hal waar andere leidsters een oogje in het zeil houden. Bij ons in de groepsruimte zit Boris aan tafel te spelen met een paar autootjes. 
Vanuit de hal komt Yuri de groepsruimte in gerend. Ziet Boris aan tafel, loopt er op af, pakt een autootje, geeft Boris zo'n harde duw dat hij bijna van zijn stoel valt, steekt een vermanende wijsvinger naar hem op en roept "samen spelen samen delen" ................ en nog voordat Boris kan gaan huilen rent hij de ruimte weer uit. 
De leidster die naast mij staat krijgt een beetje een blos want ze herkent zichzelf in het gedrag van Yuri. 
Ondertussen is Boris aan tafel beginnen te brullen. Niet alleen is hij een autootje kwijt, er is hem onrecht aangedaan, hij is geschrokken van de uitbrander en hij is ook nog eens bijna van zijn stoel gevallen. 
De leidster troost hem en gaat dan naar de hal om Yuri mét het autootje terug te halen. 
Als ze weer terug zijn in de groepsruimte zegt de leidster tegen Yuri "ga maar eerst even sorry zeggen tegen Boris". Yuri zegt braaf sorry, maar houdt het autootje stevig vastgeklemd in zijn hand achter zijn rug. Als de leidster hem opdraagt de auto terug te geven aan Boris zet ook Yuri het op een brullen. "Maar ik had hem" jammert hij.
Dan besluit de leidster het anders aan te pakken.
Ze wijst naar een autootje op de tafel en vraagt aan Boris "mag ik daarmee spelen?" Boris kijkt haar aan en knikt van ja. Dan schuift hij zelf het autootje naar haar toe. Yuri kijkt toe, hij heeft het autootje niet meer achter zijn rug maar houdt het voor zijn buik en plukt er een beetje aan. 
Dan vraagt hij aan Boris "mag ik deze"? Boris knikt. 
Kinderen leren dus door kopiëren en als wij als volwassenen maar steeds het goede voorbeeld geven dan komt het allemaal wel goed.

Van jongs af aan leren we door na te doen. Zo leren we niet alleen lachen, maar ook lopen en praten. Dan nog heel onschuldig en zorgeloos. Er is weinig sprake van originaliteit want je bent niet de eerste die het doet (voor zover menselijk gedrag ooit echt origineel is want ons ras bestaat immers al even). 
Pas veel later ontstaat er een identiteitsbesef en gaan we keuzes maken in wat we wel en niet overnemen van anderen. "Ik doe dat niet" hoor je een kind dan vaak zeggen als er een situatie is zoals tussen Boris en Yuri. Er is dan ook sprake van een soort verantwoordelijkheidsgevoel voor dat gedrag. 
Pas tijdens de puberteit ontstaat er een duidelijk beeld van vaardigheden, eigenschappen, interesses, overtuigingen, en van doelen en verwachtingen.
Met andere woorden, als je zelf iets bedenkt, heb je daar een bepaald idee bij, een gevoel, een argument, een reden.
Als er sprake is van kopieergedrag is die identificatie er niet. Je doet het na en verder heb je geen persoonlijke inbreng, argumenten of reden. Word je later met deze keuze of gedrag geconfronteerd dan weet je vaak ook niets te zeggen op de vraag "waarom" je het doet. Een diepere beweegreden is er vaak niet. Dat is dan ook meteen de moeilijkheid met dit soort gedrag. Iemand is er bijna niet op aan te spreken. 

Overal zie ik mensen anderen kopiëren. Ondernemers die zien dat hun concollega's succesvoller zijn dan zij kopiëren bijvoorbeeld hele stukken van een website of van een aanbod van diensten.
Ook om ergens bij te horen wordt gedrag van anderen gekopieerd en zelfs uiterlijkheden zoals make up en kleding.  
En ook bij het leren en informatie verwerken zie ik mensen elkaars methode kopiëren. Onder het mom van de ander heeft succes of haalt hoge cijfers, dus als ik het ook op die manier doe dan heb ik ook succes en haal ik ook hoge cijfers.
En zo werkt dat dus niet en in de meeste gevallen werkt het zelfs averechts.

Het is de bedoeling dat je vanuit jouw eigen identiteit naar die anderen kijkt en vervolgens keuzes maakt op basis van datgene wat bij jou het beste past.
Met andere woorden, jij kan uren met jouw neus in de boeken gaan zitten omdat jouw vriendin dat doet en daarmee hoge cijfers haalt  ............... maar als tekstverwerken niet jouw voorkeur is dan schiet je er niks mee op en haal je nog hooguit een 4. Dat levert jou dan weer een heleboel verdriet en frustratie op want je had toch zo je best gedaan? En een volgende keer ga je nog harder blokken en haal je een 2.
Wat wel werkt is goed om je heen kijken. Kijk ook eens naar anderen die niet bij jouw clubje horen. 
En maak dan uiteindelijk een keuze in dat wat het beste bij jou past.
Natuurlijk moet je dat dan wel eerst van jezelf weten.
Laat ik daar nou een onderzoek voor hebben.

Gebruik je talent!
Daar heb je het voor.



Share by: